De Macchia van Portofino

Het begint te gloren als we om vijf uur ‘s morgens na de Alpenpassen over de bochtige autostrada het Aosta dal inrijden. In de auto slapen collega’s Bas Pedroli en twee studenten uit Amsterdam. Vorige avond zijn we uit Arnhem vertrokken voor een maand veldwerk in Italië. In nog een uur rijden we langs Genua en de kustweg naar Portofino.
Gedurende een maand overnachten we in een familiepensionnetje in Santa Margherita. Portofino is een schilderachtig haventje, ‘porto fino’ zoals de naam ook zegt. Beroemd door de jetset die in het kleine plaatsje woont en flaneert. Berlusconi had er zijn villa en feestjes, Boris Becker en een van de Kardashians vierden er hun bruiloft en dagelijks staat de smalle toegangsweg vol met dagjesmensen. Portofino is ook een iconisch regionaal park, een zes kilometer lang schiereiland: Promontorio. Vanuit zee rijst het park steil omhoog tot ruim 600 meter. Drie verschillende geologische formaties zorgen voor afwisselende en rijke vegetaties. De zuidkant met mediterrane maquis-vegetatie, de noordkant met vochtige loofbossen. Eeuwenlang werden hier olijven verbouwd en tamme kastanjes geplant en geoogst, maar de landbouw is nu bijna uit het park verdwenen.
We hebben een onderzoekvergunning van het park op zak. Toch weet het park niet de ware reden van ons onderzoek. Iets wat waarschijnlijk alleen in Italië kan: een rijke industrieel uit Milaan met een villa op de heuvel boven Portofino is het niet eens met het beheer door de parkautoriteiten. Bij het park krijgt hij geen gehoor. Daarom heeft hij een Italiaanse architect aangesteld om een alternatief beheerplan voor het park op te stellen. En Bas Pedroli werd benaderd voor het landschapsecologisch onderzoek – Nederland staat hoog aangeschreven door eerdere landschapsecologische studies in Toscane.
In het voorjaar van 2000 doorkruisen we een maand lang het park. Voordat we met rugzak, grondboor, kompas en ander materiaal het park in trekken halen we nog focaccia bij de bakker. We inventariseren allerlei aspecten van bodem, geologie, morfologie, humuslaag, landgebruik en vegetatie. We karteren aan de hand van transecten: een transect over de heuvelkam, haaks daarop drie transecten over de steile helling naar beneden. Er zijn nauwelijks paden, soms gebruiken we zelfs touw om aan af te dalen. In de maquis moeten we ons vaker met machete en snoeischaar een weg banen en aan het eind van de dag komen we weer bebloed uit het struweel tevoorschijn. Dat najaar keren we terug voor drie weken veldwerk in het achterland, de bufferzone van het park.
Na een aantal jaren stopt de financiering, door fricties met de industrieel – die we overigens nooit gesproken hebben. Toch werken we gestaag door aan de analyses. In 2013 resulteert dat uiteindelijk in een mooie landschapsbiografie en landschapsecologische kaart van Portofino, tweetalig in het Italiaans en in het Engels. De gegevens hebben we voor meerdere publicaties kunnen gebruiken, en nog steeds werken we samen met onderzoekers daar. Vanwege de grote landschappelijke waarden is Portofino in 2021 uitgeroepen tot een van Italiës nationale parken!
Bekijk de landschapsbiografie en landschapsecologische kaart hier.
Theo van der Sluis