Tijdschrift voor landschapsonderzoek

2024-1 Recensie

Nederland op de tekentafel, 100 jaar toekomstideeën.
Tentoonstelling Nieuwe Instituut Rotterdam, t/m 2 juni 2024.

Toekomstbeelden als spiegel van de tijd

De tentoonstelling ‘Nederland op de tekentafel, 100 jaar toekomstideeën’ laat aan de hand van schetsen, plantekeningen en maquettes zien hoe in de afgelopen decennia in de (landschaps)architectuur en planologie over de toekomst is gedacht.

Impressie: Johan Meeus

Voor de Tweede Wereldoorlog ging veel aandacht uit naar volkshuisvesting en woninginrichting. Woningen kregen een andere rol dan in de decennia daarvoor. Zoals de veranderde rol van de keuken, in relatie tot de man-vrouwverhoudingen van die tijd. De aard van de toenmalige toekomstplannen was appellerend, soms zelfs moraliserend: ze toonden wat vooruitgang was.

Na de Tweede Wereldoorlog zette het vooruitgangsdenken verder door. Toekomstplannen richtten zich op de enorme behoefte aan ruimte voor verschillende expanderende activiteiten. De verwetenschappelijking van de ruimtelijke planning, in de jaren dertig begonnen, werd standaard. De opgave was om de toenemende bevolking te huisvesten en de groeiende economie ruimtelijk te faciliteren. De Tweede nota over de Ruimtelijke Ordening vormde de apotheose van die tijd.

Na de jaren zestig wordt alles anders. Parallel aan twijfels bij de vooruitgang (milieu, derde wereld, sociale verhoudingen) wordt het toekomstplan ingeruild voor de toekomstverkenning. Het voorbeeld daarvan is het project ‘Nederland Nu als Ontwerp’. Vier beelden tonen een dynamische, kritische, ontspannen en zorgvuldige visie op de toekomst. De toelichtingen getuigen van grenzeloos optimisme over de technologie en maakbaarheid van het milieu, terwijl de streekgrenzen op de kaart in steen lijken te zijn gehouwen en de Noordzee egaal blauw blijft.

Het heden blijft een tijd van verkennen. Zie de vier toekomsten die door het PBL in beeld zijn gebracht. Klimaat- en milieugrenzen zijn inmiddels uitgangspunt geworden.

Terugkijkend wordt duidelijk dat toekomstbeelden altijd een spiegel van de tijd zijn. Dat is geen kritiek op de tentoonstelling: die laat goed zien dat dit zo werkt – het is frappant om dit zo duidelijk geïllustreerd te zien. Helaas is er weinig aandacht voor de maatschappelijke invloed die de toekomstbeelden hebben gehad. Hebben ze echt de planvorming beïnvloed of waren ze alleen maar een weergave van de discussies in een bepaalde tijd? Dat blijf gissen. De ruimtelijke ordening en de architectuur komen goed uit de verf. Het landschapsontwerp komt er bekaaider vanaf. Terwijl juist vanuit het landschap visies zijn ontwikkeld die uitgaan van het vermogen om moeilijk planbare ontwikkelingen te absorberen. Denk aan de cascobenadering die we niet terugvonden.

Verder misten wij aandacht voor thema’s als inclusiviteit, democratisering en ecologie (Ecologische Hoofdstructuur). Een laatste punt dat ons opviel is dat toekomstbeelden vaak worden weergegeven door kaarten. Dat geeft een beperking tot punten, lijnen en vlakken. We zien weinig pogingen om dit nadeel met nieuwe technieken te overstijgen. Maar ook al hebben wij wat gemist, de tentoonstelling is zeer de moeite waard om te bezoeken. Artefacten zoals de originele tekening van Jacoba Mulder en de kaartenbakken van Theo van Lohuizen dragen bij aan een historische sensatie die op zich al inspirerend is voor iedereen die begaan is met de ruimtelijke inrichting van Nederland.

JOHAN MEEUS, JOS DEKKER, RIEJET REIJENGA & WIM DE HAAS