vvm-logo-nieuw-150x150-medium.jpg

Landschap

Tijdschrift voor landschapsonderzoek

2023-3 Boek

Een krachtig betoog voor verweving van landbouw en natuur

Thomas Oudman, 2023.
Uit de shit. Pleidooi voor meer boeren en minder vee.
De Correspondent.
ISBN: 9789493254350 (paperback), prijs €15,-

Het stikstofprobleem is een van de grote struikelblokken in het Nederlandse landbouw- en natuurbeleid. In Uit de shit beschrijft Thomas Oudman, bioloog en journalist bij De Correspondent, de oorzaak en de oplossing van dit probleem. Heel kort samengevat: de oorzaak ligt bij de grootschalige instroom van stikstof in het ecosysteem door import van veevoer en toepassing van kunstmest; de oplossing is het sluiten van deze stikstofkranen. Die diagnose is niet nieuw, maar wat Oudmans betoog interessant maakt, ook voor lezers van Landschap, is dat hij niet pleit voor het reduceren van het landbouwareaal in Nederland, maar juist voor meer landbouw. Het toekomstbeeld dat hij schetst is dat van “een gezond landschap vol natuurlijke rijkdom, waar de landbouw niet wegkwijnt maar een centrale rol inneemt.”

Om te laten zien dat dit mogelijk is, gaat hij uitgebreid in op de geschiedenis van landbouw in Nederland. Het ging pas fout met het ‘waanidee’ van de scheiding van landbouw en natuur. Landbouw werd een gestandaardiseerd en uniform proces en daarmee verdween de diversiteit. Na de Tweede Wereldoorlog kwam daar nog de import van veevoer bij. Met als gevolg de huidige problemen met bodem, waterkwaliteit, natuur en menselijke gezondheid.
Wat dan wel? Stoppen met kunstmest en krachtvoer en de natuur het werk laten doen. Dat betekent een drastische reductie van dierlijke productie, maar groeiende werkgelegenheid in andere landbouwsectoren. Door ‘ecologisch intensiveren’ van de landbouw en door onze vlees- en zuivelconsumptie iets terug te brengen, kunnen we de voedselvoorziening in Nederland ruimschoots veilig stellen. En ook de rest van de wereld, betoogt Oudman, is erbij gebaat als we ‘ons eigen ecosysteem’ gebruiken in plaats van krachtvoer te importeren.

Op deze laatste punten is kritiek mogelijk. De landbouw van vóór kunstmest wordt te zeer geromantiseerd. Zelfs bij veel lagere bevolkingsaantallen dan nu was er periodieke hongersnood. De introductie van kunstmest betekende een beter bestaan voor vele kleine boeren en droeg, samen met bestrijdingsmiddelen en nieuwe variëteiten, bij aan voedselzekerheid, in Nederland en op vele andere plaatsen in de wereld.

In deze globaliserende wereld kunnen en mogen we het denken over voedsel niet beperken tot het voeden van Nederlanders door het eigen ecosysteem. Hier verdient de analyse van Oudman een kritisch vervolg. Maar zijn betoog dat in Nederland de stikstofkranen in elk geval een flink stuk kunnen worden dichtgedraaid, en dat de vele miljarden die nu worden vrijgemaakt voor het stikstofprobleem beter besteed kunnen worden aan meer ecologische en landschapsvriendelijke vormen van landbouw is krachtig en verdient weerklank.

KRIS VAN KOPPEN