vvm-logo-nieuw-150x150-medium.jpg

Landschap

Tijdschrift voor landschapsonderzoek

2021-2

De kracht van kennis in landschapstransities

We staan voor grote transities en opgaven: de energietransitie, klimaatadaptatie, de woningbouwopgave, verduurzaming van de landbouw en herstel van biodiversiteit. Het zijn niet alleen grote, maar ook complexe en langdurige projecten die heel Nederland raken; vergelijkbaar met de Deltawerken en Ruimte voor de Rivier.

Bij de afsluiting van de Landschapstriënnale droeg architectuurhistorica Marinke Steenhuis een essay voor over het Rijk als rentmeester. Het was het verslag van een onderzoek, in opdracht van het College van Rijksadviseurs, naar het succes van enkele grote rijksprojecten, zoals Ruime voor de Rivier. Steenhuis noemt zeven factoren die relevant zijn geweest voor het succes van de onderzochte rijksprojecten. Een daarvan is kennis. Zij pleit voor een centrale kennisplek voor ieder groot project, meer inhoudelijke overheidsambtenaren en het bijeen brengen van verschillende kennissoorten, waaronder ecologie, geografie, planologie, cultuurhistorie en vormgeving.

Helaas is de landschapsecologische kennis in Nederland vermarkt, versnipperd en deels verdwenen. Het vakgebied heeft door verlies van een breed erkende status zijn plek aan onderhandelingstafels verloren. De WLO was aanvankelijk een echte werkgemeenschap voor landschapsecologen. Nu functioneert de WLO nauwelijks meer en werken de landschapsecologen in hun eigen instituten en bureaus of in internationale netwerken. Dat gebrek aan onderling debat wreekt zich in onvoldoende onderlinge kritiek en inspiratie voor creatieve oplossingen. Essentieel voor de grote opgaven is het ontwikkelen van een goede samenwerkende kennisinfrastructuur.

Opmerkelijk is dat Steenhuis niet wijst op het belang van meer nationale regie. Voor haar is het gedecentraliseerde model van ruimtelijke ordening een gegeven. Velen pleiten inmiddels voor meer nationale regie bij de grote opgaven die om ruimtelijke ordening vragen, en daarbij voor opnieuw een minister voor ruimte (en verwante thema’s). Nationale regie is echter geen garantie voor goed beleid. Goed beleid hangt af van de kwaliteit van de betrokken regering, minister en het betrokken departement. We hebben goedwillende bewindslieden gehad die er weinig van bakten en sterke bewindslieden die weinig op hadden met natuur en landschap. Het totaal gecentraliseerde ruilverkavelingsprogramma in de vorige eeuw verhoogde sterk de productie en exportpositie van de Nederlandse landbouw, maar pakte voor veel boeren en voor het landschap desastreus uit. Kortom, het gaat om een goede balans tussen centraal en decentraal.

Voor de grote opgaven mag het nu wel meer centraal, zonder daarbij de inbreng van lagere overheden, bedrijven en natuurorganisaties te marginaliseren. Ook hier zijn macht en tegenkracht van belang. Het wordt dan wel complex, met het risico van traagheid, vage compromissen en moeilijk uitvoerbare besluiten. Maar het bevordert meervoudige oplossingen en koppelingen tussen de grote opgaven. En dat zijn factoren voor succes.

JOS DEKKER, HOOFDREDACTEUR

Foto omslag Mark van Veen. De Roombeek, opgenomen in het stadsbeeld van Enschede.

Voor de inhoudsopgave van dit nummer klik hier